
Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001
Artikel 5
1
Onze Minister kan op aanvraag besluiten dat aan de verplichting, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, door twee of meer voorraadplichtigen gezamenlijk mag worden voldaan, al dan niet doordat een derde zich er bij overeenkomst toe verbindt de gezamenlijke voorraadverplichting te zullen naleven.
2
De aanvraag wordt slechts geweigerd indien in de aanvraag naar het oordeel van Onze Minister onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de betrokken voorraadplichtigen gedurende het voorraadjaar of de voorraadjaren waarop de aanvraag betrekking heeft, daadwerkelijk gezamenlijk aan hun voorraadverplichting zullen voldoen.
3
De aanvraag wordt ingediend vóór 1 maart die voorafgaat aan het voorraadjaar of de voorraadjaren waarop de aanvraag betrekking heeft. Onze Minister beslist binnen vier weken. Onze Minister kan zijn besluit onder beperkingen verlenen. Onze Minister kan aan zijn besluit voorschriften verbinden.
4
De voorraadplichtige meldt het niet naleven van de gezamenlijke voorraadverplichting onverwijld aan Onze Minister.
5
Onze Minister kan zijn besluit met ingang van een door hem te bepalen datum wijzigen of intrekken:
a
op aanvraag van een of meer belanghebbenden, of
b
ambtshalve, indien hij het aannemelijk acht dat de betrokken voorraadplichtigen niet aan hun gezamenlijke voorraadverplichting voldoen of zullen voldoen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.